|
LinuxFocus article number 328
http://linuxfocus.org
|
|
|
|
|
door Cüneyt Göksu <cuneytgoksu(at)usa.net>
Over de auteur:
Database Specialist, werkt al meer dan 12 jaar met alle
commerciële databases op de grote platformen inclusief
Linux!
Vertaald naar het Nederlands door:
Guus Snijders <ghs(at)linuxfocus.org>
|
Linux voor S/390 (IBM z-Series)
Kort:
S/390 is een robuust hardware platfrom van IBM voor grote
ondernemingen. Linux draait er nu op.
_________________ _________________ _________________
|
Geschiedenis
Toen het Linux besturingssysteem voor het eerst opdook in 1991,
draaide het op IBM PC compatibelen. Sinds die tijd is het overgezet (geport)
naar vele andere achitecturen zoals Apple, Atari en 68000
gebaseerde Amiga computers, Sun Spark werkstations; Alpha
gebaseerde personal computers en MIPS, PowerPC, HP PA-RISC en
ARM.
S/390 is de naam van een mainframe computer architectuur
van IBM. Deze architectuur wordt veel gebruikt met IBM's VM,
VSE en z/OS (voormalig MVS en OS/390) besturingssystemen. IBM
heeft sinds 1999 gekozen voor Linux als een van de "native"
besturingssystemen voor deze stevige architectuur.
De belangrijkste reden om Linux te implementeren op S/390
was om de connectiviteit te verzekeren tussen verouderde (legacy) applicaties,
Linux applicaties en Middleware applicaties zoals webserver,
mail server, applicatieserver, firewall enz.
Er wordt vaak beweerd dat Linux werkt als een API of een
emulatie op het S/390 platform, maar dit is niet waar, het werkt
als een "native" besturingssysteem zodat alle hardware
mogelijkheden van dit platform worden gebruikt. Linux Kernel
en Common Code (NL: veelvoorkomende code) worden zonder zonder
enige aanpassing gebruikt en de Linux systeemstructuur blijft
ongewijzigd. Er waren wel een paar "aanpassingen" nodig om
specifieke eigenschappen van de S/390 architectuur te gebruiken.
Zo wordt er gewerkt met de ASCII karakterset in plaats van
EBCIDIC.
Linux Integratie in S/390 en de zSeries Architectuur
Linux kan op drie verschillende manieren worden
geïnstalleerd op het S/390 platform.
- Native Mode: Het wordt direct op de
hardware geïnstalleerd, vermoedelijk niet de meest
gewenste oplossing, omdat er dan maar één besturingssysteem
op het hardware niveau draait.
- Logical Partitions (LPAR): Waarbij hardware
partitionering tot 15 "Logische Partities" toestaat,
waarbij in elke een apart besturingssysteem draait,
traditionele (MVS, VSE, OS/390) of Linux.
- Virtual Partitions (z/VM): Dit wordt ook wel de
z/Series virtualisatietechniek genoemd. Deze ondersteunt
grote aantallen Linux images (1000+) met uitgebreid
systeem-management mogelijkheden op dezelfde hardware. Deze
manier van installeren is erg flexibel en fantastisch voor
serversystemen.
Het volgende diagram toont de drie installatie types:
Als het vereiste aantal Linux servers 15 of minder is, is de
LPAR oplossing een goede keus. Als je er meer nodig hebt, 100
of 1000 Linux images, dan is z/VM het antwoord.
Red Hat, SuSE en Turbolinux zijn gekende distributeurs voor S/390
en zSeries.
Je kunt de links hieronder gebruiken om ze te downloaden.
Red Hat:
SuSE:
TurboLinux:
Er zijn ook een paar binaire distributies. Deze zijn te vinden
op onderstaande links.
Distributies voor s/390 en zSeries
De vereisten voor het draaien van Linux op de S/390
- 9672 G5/G6, Multirise 3000 of z/Series 800/900/990 IBM
Processor
- 64MB+ Geheugen (erg minimaal - afhankelijk van distributies
en applicaties)
- 500 Cyl + Disk space ( Model 3390 - klein, minimum
systeem)
- IBM Network Device ondersteuning (1 vereist)
Ethernet, Token Ring, Fast Ethernet, ESCON, OSA of
HiperSocket. Er zijn meer apparaten om te ondersteunen.
- Voordat Linux een apparaat kan gebruiken, moet de
bijbehorende driver voor het zSeries of S/390 apparaat
beschikbaar zijn voor de kernel.
- Er zijn kernel resistente drivers en externe drivers
voor S/390 en zSeries apparaten.
- Externe drivers zijn modules die worden geladen op
aanvraag met hun parameters als commando's.
- Residente drivers krijgen hun parameters tijdens het
starten, via een kernel parameter regel, opgeslagen in een
bestand.
- Niet-open source OCO (Object Code Only) drivers zijn
onderworpen aan licentievoorwaarden (bijvoorbeeld QETH voor
OSA Express GbE en Hipersocket, Tape 3590). OCO drivers worden
mogelijk niet met alle distributies meegeleverd en moeten
worden gedownload vanaf de IBM developerWorks site als ze niet zijn
meegeleverd.
Waarom Linux voor s/390 ?
De belangrijkste reden is server consolidatie.
De drie-voudige applicatie architectuur kan eenvoudig worden
gebruik op twee-voudige hardware. De drie klassieke stappen
(Client / Applicatieserver / Data Server) kunnen in de S/390
worden gecombineerd, bijvoorbeeld als Applicatieserver /
Databank combinatie. Hipersocket en Fiberchannel ondersteunen
de communicatie subsystemen en helpen zo verbindingsproblemen
te voorkomen.
Historisch gezien werden legacy ('oude') applicaties
eerst gedistribueerde aplicaties en vervolgens web-gebaseerde applicaties.
Eerst werd de data decentraal en later ook de applicaties - het aantal
servers nam enorm toe. Deze toename leverde een aantal problemen
op:
- Iedere nieuwe server betekende nieuwe hardware, ruimte,
verhoogde koelcapaciteit, kabels, verbinding, enz. Dus
iedere keer moeten die "fysieke" parameters worden
gecontroleerd en aangepast.
- Alle software dient gelicenceerd te zijn in iedere server,
wat bijkomende kosten betekent. Zo kan je database bijvoorbeeld
per server of per CPU gelicenseerd zijn.
- Verbindingen is een ander belangrijk aspect. Kabels,
gateways, switches, routers, al die componenten verhogen de
totale kosten.
- Disaster Recovery (DR) Solution (rampen-plan) is bijna
onmogelijk met individuele servers. Gebruiks- en onderhoudskosten
van DR worden hoger, ingewikkelder en zelfs onmogelijk met
enorme aantallen servers.
- Database / Applicatie / Systeembeheer kwesties, CPU
en werkbelasting verdeling dient individueel te worden
gedaan, voor iedere server.
Dit waren een paar van de potentiële problemen in het
geval dat Linux images op verschillende hardware draaien. Als
ze allen op een enkel S/390 platform draaien, wordt de situatie
anders:
- Hoewel alle Linux Images dezelfde hardware delen (CPU,
I/O subsysteem, Geheugen, etc...) gedragen ze zich ieder
op zich als aparte logische servers en kunnen ze gebruikt
worden voor verschillende applicaties. Op deze manier hoeft
een toename van het aantal servers geen toename van de
onderhoudskosten te betekenen. Het geheel kan eenvoudig
worden gemonitord en gecontroleerd en bespaart zo veel tijd. Omdat
de beschikbare bronnen worden gedeeld, wordt de productiviteit
van het systeem gemaximaliseerd.
- Alle servers delen dezelfde CPU(s) zodat software licentie
kosten afnemen.
- Alle verbindingen tussen servers zijn intern, zodat de
communicatie-overhead van de hardware bijna onbestaande is en de
performance van het netwerk maximaal.
- Een nieuwe server toevoegen is een kwestie van een kloon maken van
een logische server.
- Disaster Recovery (herstellen van een ramp) is veel
eenvoudiger, realistischer en uitvoerbaarder. DASD
(Direct Acces Storage Device - opslagapparatuur voor directe
toegang) Farms en subsystemen kunnen snel en veilig worden
gekopieerd in minuten met FlashCopy, PPRC
(Peer-To-Peer-Remote-Copy) of Snapshot.
Bronnen:
- Linux voor S/390, IBM Redbook
- Linux voor z/Series, Atruro Calandrino, zSeries Tech.
Support
2005-01-14, generated by lfparser_pdf version 2.51